Regeling achterstallen volgens nieuwe wet van 2019
In maart 2013 ontving ik van de toenmalige syndicus een aanmaning tot betaling van zogenaamde achterstallige kosten van voorbije jaren.
Op mijn aangetekende vraag om voorlegging van betreffende stukken ontving ik nooit enig antwoord maar werd wel gedagvaard.
Iets later werd de zaak naar de rol verwezen omdat tegen deze syndicus een procedure werd opgestart wegens wanbeheer.
Na een tweejarige procedure werd een nieuwe syndicus door de rechtbank aangeduid.
Op een bijzondere algemene vergadering in 2015, door de nieuwe syndicus samengeroepen, werd beslist dat de boekhouding door een accountant vanaf 2011 tem 2015 zou worden nagekeken.
Na vier jaar werd op de algemene vergadering van 5 februari 2019 het rapport (blijkbaar al opgesteld op 14/8/2018) van de accountant voorgelegd:
Â
Van de boekjaren 2011 tem 2013 bleken geen stukken meer voorhanden.
Uit de afrekening van boekjaren 2014 en 2015 bleek er een niet nader gespecifieerde  correctie van 1.221,09€ in mijn voordeel.
Iedere afrekening sedert 2013 waarbij steeds van een foutief beginsaldo werd uitgegaan protesteerde ik aangetekend. Ik ontving hierop nooit reactie.
Bij beslissing van de algemene vergadering van 5/2/2019 werd aan de huidige syndicus volmacht verleend om, in samenspraak met mezelf, een dading voor de zogenaamde nog openstaande bedragen op te stellen. Daarbij wordt de bewijslast voor die achterstallen bij mij gelegd en heeft de syndicus nog geen enkele poging tot regeling gedaan, laat staan dat deze werd voorgelegd aan de algemene vergadering ter goedkeuring. Zie hieronder pt.2.2 en pt.2.4.
Â
Het debet van de jaren daarvoor (meer dan 3000€) wordt mij echter op heden nog steeds aangerekend zonder nadere uitleg.
Op 17/6 ll. ontving ik een mail waarin gesteld wordt: “Tot op heden hebben wij geen verdere opmerkingen van u ontvangen, echter zijn de 4 maanden gepasseerd en de beslissing definitief. Mogen wij u vragen om over te gaan tot betaling van het openstaand saldo?”
Ik ben van mening dat het initiatief bij de syndicus ligt en ik die achterstallen van vòòr 2014 waarvoor geen enkel bewijsstuk is al zeker niet hoef te betalen. Ik vrees dat indien ik aanspraak zou maken op het tegoed 2014-2015 men beperkt tot de afrekeningen van  de laatste 2 jaren zoals bepaald in de nieuwe wet van 2019.
 Tekst AV 5/2/2019:
Â
2.2 Bespreking en beslissing inzake de juridische procedures:
De zaak betreffende de eventuele achterstallen van mevrouw X werd naar de rol verzonden in afwachting van het verslag van een accountantskantoor . Deze juridische procedure werd destijds opgestart door R. BVBA (vorige syndicus).
Inmiddels heeft A. diens nazicht van de boekhouding uitgevoerd en een verrekening gemaakt van de openingsbalans per 31/08/2015. Vanwege de beperkt beschikbare informatie, kon slechts rekening gehouden worden, met de heropmaak van afrekening van de boekjaren per 31/08/2014 en 31/08/2015.
Op advies van de raadsman van de VME in deze zaak, alsmede de syndicus werden de bedragen van deze herwerkte openingsbalans per 31/08/2015 verrekend naar de individuele mede-eigenaars, middels opmaak van de individuele afrekening per 31/08/2018.
In deze werd reeds door de syndicus voorgesteld aan mevr. X voor een minnelijke regeling te treffen (inzake de nog openstaande achterstal), teneinde verdere kosten te vermijden. De syndicus zal zo snel mogelijk een regeling trachten uit te werken, in samenspraak met mevr. X, hetwelk in voorkomend geval in een dadingsvoorstel kan worden verwerkt. Dit op basis van staving stukken uit het verleden (periode voor 01/09/2013, dewelke mevr. X zal trachten te verzamelen.)
De algemene vergadering is unaniem akkoord, om een bijzonder mandaat te verlenen aan de syndicus (na advies van de commissaris der rekeningen) voor het uitwerken van een regeling in samenspraak met mevr. X (op basis van stavingstukken voor te leggen door mevr. X), na afspraak op het kantoor van de syndicus waarna een dadingsvoorstel kan worden opgemaakt, hetwelk dient voorgelegd worden op een (buitengewone) algemene vergadering ter goedkeuring. Â
2.4 Bespreking en goedkeuring herwerkte openingsbalans door X:
De syndicus leest voor uit het verslag van A., met betrekking tot diens bijzondere opdracht:
“Gezien er in het verleden geen dubbele boekhouding werd gevoerd is er geen beginbalans beschikbaar. Op de algemene vergaderingen werd er nooit goedkeuring gevraagd van de balans. Op basis van de beschikbare historieken hebben we de beginsituatie zo goed mogelijk gereconstrueerd. Deze reconstructie is gebaseerd op de laatste details van JDW, en de ingegeven boekingen door R.
De aankoopfacturen hebben we enkel ontvangen voor de kalenderjaren 2014 en 2015. De facturen van voorgaande jaren zijn niet meer voorhanden. We hebben ons dan ook moeten beperken tot de boekjaren per 31/08/2014 en 31/08/2015 voor de volledige boekhoudkundige verwerking.
De betalingen aan leveranciers werden gecontroleerd met de ontvangen facturen. De ontbrekende facturen hebben we rechtstreeks opgevraagd bij de betreffende leveranciers.
Er werd een controle gedaan van de periodiciteit van de facturen / kosten. De maandelijkse kosten en kwartaalkosten werden gecontroleerd of deze voor elke periode is geboekt.
Voor de boekjaren eindigend per 31/08/2014 en 31/08/2015 hebben we een nieuwe afrekening aan de mede-eigenaars opgesteld. Hiervoor hebben we rekening gehouden met de verdeelsleutels zoals deze gebruikt worden door B. voor de latere boekjaren.
Â
13 antwoorden